Lees verder
Demografische ontwikkelingen en veranderingen in zorg en ondersteuning vragen om een andere kijk op woonwijken. Ontwerpprijsvraag WHO CARES ging uit van de gedachte dat een stad die goed is ingericht voor ouderen en kwetsbaren, een goede stad is voor iedereen. 174 Multidisciplinaire teams deden mee, in vier gemeenten zijn er winnende plannen en de prijsvraag heeft een beweging in gang gezet waarbij wonen, zorg en ruimtelijke inrichting van wijken in samenhang wordt bekeken.
De prijsvraag WHO CARES is een initiatief van de Rijksbouwmeester in samenwerking met de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Stichting Humanitas, de gemeenten Almere, Groningen, Rotterdam, gemeente Sittard-Geleen en de provincie Limburg

Aanleiding: zorg alleen is niet genoeg

Nog nooit waren er zoveel mensen 65+ en nog nooit woonden zoveel mensen alleen. De levensverwachting neemt toe. Er is steeds meer aandacht voor de kwaliteit van leven, ook als een ziekte of beperking zich heeft aangediend. Veel mensen blijven het liefst zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Het grootste deel van de mensen (95%) doet dat nu ook al. 5% Heeft in de laatste maanden van het leven intensieve verpleeghuiszorg nodig. Technologische innovaties en zorg aan huis maken zelfstandig wonen mogelijk, maar zorg alleen is niet genoeg. Het is voor ouderen soms lastig om zich in hun vertrouwde buurt te handhaven. En er zijn meer bewoners – mensen met een psychische of lichamelijke kwetsbaarheid bijvoorbeeld – die in de wijk een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Het stelt dus nieuwe eisen aan de inrichting van de openbare ruimte, aan de voorzieningen in een wijk en aan de sociale structuur. Steeds meer mensen wonen alleen. Dit geldt zowel voor jong als voor oud. Sociaal contact is dan niet vanzelfsprekend maar vraagt een inspanning. Een half miljoen Nederlanders voelt zich erg eenzaam. Een goed sociaal netwerk is een belangrijke voorwaarde voor de redzaamheid van mensen.

Ook het wonen en de wijken

‘Alles is veranderd, behalve onze woonwijken’, vat Rijksbouwmeester Floris Alkemade de situatie in veel woonwijken samen. Het merendeel van de naoorlogse woningen is gebouwd voor gezinnen, terwijl inmiddels omstreeks veertig procent van de huishoudens uit één persoon bestaat. Het gaat om meer dan alleen aanpassingen van de woningen. Er is behoefte aan ruimte voor nieuwe zorgconcepten en samenlevingsvormen. Vormgeving van de openbare ruimte is van belang voor het versterken van sociale cohesie in wijken. Dit betekent dus niet alleen kijken naar de ruimtelijke opzet van de wijken, maar ook naar sociale- en zorgnetwerken en de manier waarop informele en formele zorg elkaar kunnen ondersteunen. De reguliere verzorgingshuizen en verpleeghuizen voldoen soms niet meer aan de wensen van deze tijd. Dit vraagt om een transformatie. Hier liggen kansen voor sociaal betekenisvolle plekken. Stedenbouwkundig is er ruimte voor transformatie die de bewegingsvrijheid van ouderen en kwetsbare groepen kan stimuleren.

De samenleving en het leven in de wijken veranderen in hoog tempo, technologische ontwikkelingen zorgen voor een andere dynamiek. Soms positief en soms minder positief. Denk aan internetwinkels en diensten die de plaats innemen van de fysieke tegenhanger en zo zorgen voor lege plinten (lege winkelpanden op de benedenverdiepingen van gebouwen) en minder bedrijvigheid in de fysieke omgeving. Of mensen die vooral met hun mobiele telefoon bezig zijn en nauwelijks nog echt aanwezig zijn in de publieke ruimte, maar ook aan buurtapps waar mensen elkaar weer weten te vinden. De fysieke ruimte heeft hier vaak nog geen adequaat antwoord op. Ook technologische ontwikkelingen in de toekomst zijn het waard om rekening mee te houden, denk aan medicatie om het proces van dementie te vertragen, waardoor meer mensen met lichte dementie in de eigen woonomgeving zelfstandig kunnen blijven wonen.

Nieuwe tussenvormen zijn nodig

Nieuwe tussenvormen zijn nodig waar mensen tijdelijk kunnen verblijven als het thuis even niet meer gaat. Wat speelt is of thuis wel ‘thuis’ kan blijven, en niet verwordt tot een soort ziekenhuis, terwijl omgekeerd, het ziekenhuis steeds vaker mensen herbergt die niet naar huis kunnen omdat hun thuissituatie dat niet toelaat. Naast het ouder worden spelen ook andere kwesties. De diversiteit in steden en woonwijken is toegenomen, met meer dak- en thuislozen, kwetsbare mensen met psychische problematiek, lichtere en zwaardere dementie en vluchtelingen en migranten die hun weg in de samenleving nog moeten vinden.

Op zoek naar nieuwe ideeën en ontwerpen

Met de ontwerpprijsvraag WHO CARES gingen de initiatiefnemers op zoek naar nieuwe ideeën en ontwerpen voor het verbinden van wonen, zorg en ondersteuning in concrete wijken in vier gemeenten. De volgende vragen aan de deelnemers geven de reikwijdte van de prijsvraag weer (meer vragen zijn te vinden in het reglement op de website www.prijsvraagwhocares.nl). Naast nieuwe vormen van wonen en zorg ging het bijvoorbeeld ook om de sociale omgeving en de openbare ruimte:

  • Hoe richt je woonwijken zo in dat ouderen en kwetsbare groepen er op een aangename manier zelfstandig kunnen blijven wonen, nu en in de toekomst? Welke ingrepen zijn er nodig, zowel ruimtelijk, sociaal als op gebied van zorg?
  • Hoe blijft thuis ‘thuis’, ook als dat betekent dat je veel zorg aan huis ontvangt/ nodig hebt? Aandacht voor vormgeving en organisatie van hulpmiddelen en voorzieningen.
  • Zijn er woontypologieën denkbaar die sociaal isolement van bewoners kunnen tegengaan en het contact tussen hen kunnen versterken?
  • Hoe zorg je er voor dat alle bewoners zich veilig en aangenaam op straat kunnen begeven? Welke eisen stelt dit aan de inrichting van de openbare ruimte?

174 Multidisciplinaire teams hebben een visie ingediend (zie de website). Twintig teams mochten hun visie voor één van de vier deelnemende gemeenten verder uitwerken. Dit leverde heel uiteenlopende inzendingen op, bijvoorbeeld voor de Oosterparkwijk in Groningen.

Care2Share: winnaar Groningen

Care2Share is een vernieuwend woon-, zorgen wijkconcept, dat uitgaat van een zogenaamd leefabonnement, waarin verschillende geldstromen in het sociaal domein worden gebundeld. De inkomsten komen terecht in het ‘Oosterparkfonds’. Van daaruit worden bijvoorbeeld woningen in de wijk zorggeschikt gemaakt. Bovendien zet het fonds mensen aan tot denken over wat ze later nodig hebben. Omdat het gaat over preventie en solidariteit kunnen ook mensen aansluiten die nog geen zorg nodig hebben.

Michi Noeki: runner up Groningen

De naam komt uit het Japans: een goed toegeruste halteplaats op het brandpunt van verkeersstromen. Vertaald naar de Groningse Oosterparkwijk: koffie op een hoekie. Gezellige ontmoetingsplaatsen met leestafel, kitchennette, uitleenkast, buurtinfo, invalidentoilet en buitenbank. In de Oosterparkwijk wordt zoiets erg gemist en niet alleen door ouderen.

Complexe maatschappelijke opgave

Naast inspirerende visies en mooie ontwerpen zijn ook leerzame ervaringen naar aanleiding van de ontwerpprijsvraag WHO CARES te melden. De eerste is dat wonen en zorg vaak aparte werelden zijn, met elk een eigen taal. Dat maakt het vraagstuk – de hervormingen in de zorg koppelen aan de fysieke vernieuwing van woonwijken – extra complex. Terwijl in het dagelijks leven in woonwijken, bij mensen thuis, alledaagse thema’s zoals een fijn en veilig thuis, een prettige buurt, gezondheid en welzijn, bereikbare voorzieningen, recreatie en werk allemaal nauw met elkaar verweven zijn. De verwevenheid van het leven met het ontwerp van de wijken neemt in het licht van de geschetste ontwikkelingen aan betekenis toe.

Nieuwe coalities, nieuwe inzichten

Bij veel inzendingen lag de nadruk op stedenbouwkundige en fysieke oplossingen. Op het gebied van nieuwe zorgconcepten was het moeilijker. De visies waren veelal gericht op vitale ouderen, langer thuis wonen, een lichte zorgvraag. Voor de zwaardere zorgvragen bleek de prijsvraag aanvankelijk lastiger. Er was minder aandacht voor bijvoorbeeld jongeren met een beperking of mensen die zwaardere zorg nodig hebben. Een of meerdere zorgprofessionals in het team leverde echter een beter inzicht in het vraagstuk op.

Het nut van experimenteren

Het heeft veel opgeleverd dat teams hun visies op concrete locaties moesten toepassen. De locaties verschilden ook wat betreft de inhoud en urgentie van vraagstukken: vereenzaming in Almere, bevorderen van solidariteit tussen generaties in Groningen, versnipperd eigendom in Rotterdam en de koppeling aan ontwikkelingen die op gang komen in Sittard-Geleen. Op sommige locaties is de urgentie hoger dan op andere. De winnaars uit de eerste ronde gingen op concrete locaties aan het werk met hun nieuwe ideeën. Het leverde enerzijds het inzicht op, dat de kleinschaligheid van een experiment meer recht doet aan de specifieke context waarvoor een oplossing wordt bedacht en anderzijds dat een specifieke context weer kan bijdragen aan de werkzaamheid van een idee.

Lokale betrokkenheid

Echte verandering komt vaak vanuit het lokale, en niet gestuurd door de rijksoverheid. Het zijn vaak de mensen met doorzettingsvermogen, passie en bevlogenheid die dingen voor elkaar krijgen. Dan komt het aan op de uitwerking van een visie of idee in een haalbaar plan. Daarbij speelt de vraag hoe maatschappelijke opbrengsten inzichtelijk en investeerbaar gemaakt kunnen worden. Dat vraagt om een model dat de verschillende waarden in kaart brengt. Ook gaat het over het delen van verantwoordelijkheid. Op dit moment wordt de verantwoordelijkheid voor dit maatschappelijke vraagstuk als geheel nog maar weinig opgepakt.

Leren van experimenteren, leren van wat werkt in een specifieke context, dat is wat WHO CARES ook meebrengt, naast concrete ontwerpen voor concrete woonwijken. Dat is van toegevoegde waarde voor het verder brengen van de zoektocht.

Wilt u meer weten over de ontwerpprijsvraag WHO CARES? Kijk dan op de website www.prijsvraagwhocares.nl of op www.raadrvs.nl.