Kernwoorden:


175 Weergaven
2 Downloads
Lees verder

Nederland staat bekend als een vooruitstrevend land. Wereldwijd was het het eerste land dat het huwelijk open stelde voor partners van hetzelfde geslacht. Maar hoe is het eigenlijk daadwerkelijk gesteld met die openheid? En hoe zit dit in de ouderenzorg?

Ongeveer 4-10% van de ouderen in Nederland hebben een diverse gender en seksuele identiteit. Dit betreft tussen de 300.000 en 800.000 LGBTIQAP+ ouderen. Door veranderde wetgeving en protestbewegingen, met name in de jaren ’70 en ’80, lijkt de acceptatie gegroeid en zien we een toenemend percentage ouderen dat zich openlijk als LGBTIQAP+ durft te identificeren. Dit lijkt echter nog allesbehalve vanzelfsprekend.

Uit (inter)nationaal onderzoek blijkt dat oudere LGBTIQAP+ zich op middelbare leeftijd veelal comfortabel voelen met hun gender- en seksuele identiteit, maar dat zij in de latere levensfase blootgesteld worden aan nieuwe vormen van uitsluiting, discriminatie en stigmatisering. Ook komt naar voren dat ouderen geregeld moeilijk passende zorgvoorzieningen vinden die zij als verwelkomend, inclusief en sensitief ervaren. Hierbij kan het om gedrag van professionals, maar ook dat van medebewoners gaan. Daarnaast is er binnen zorg en welzijn soms nog onvoldoende aandacht voor hun specifieke ervaringen en behoeften. Dan gaat het over het begrijpen van verschillende identiteiten en gendervoorkeuren, en de mogelijke fluïditeit hierin, de historische context van hun identiteitsontwikkeling, en het belang van een inclusieve omgeving en zorgaanbod.

Gezien die bevindingen, wat betekent die acceptatie dan eigenlijk? En hoe werkt dat in de praktijk, bijvoorbeeld in de langdurige zorg? In deze editie van Gerōn vindt u drie thema artikelen die ingaan op de situatie van LGBTIQAP+ ouderen en een antwoord geven op die vragen.

Het thema artikel van Dhoest bekijkt deze vragen in het licht van de levensloop. Hij laat zien dat eerdere ervaringen in de levensloop kleuren hoe iemand naar zorg en ouder worden kijkt. Verschillende generaties homoseksuele en biseksuele mannen kijken vanuit die vormende ervaringen ook naar ouder worden en hoe zij benaderd worden in de ouderenzorg. Waar de een wellicht getekend is door een jeugd met een stigmatiserende maatschappelijke omgeving, heeft de ander een bloeiende homobeweging meegemaakt en kennen velen het verlies van vrienden en geliefden tijdens de AIDS-crisis. Om te begrijpen hoe zij het latere leven ervaren en ouder worden zien zijn deze ervaringen als bepalend. Voor zorgverleners is het belangrijk om die historische vorming mee te nemen in hun benadering.

Het tweede thema artikel van Eveline van de Putte borduurt hier op verder. Zij laat zien hoe belangrijk het is dat iemand zichzelf kan zijn. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het zeker niet. Nog vaak hoort ze “dat soort mensen hebben we niet”, misschien een op het oog simpele, onschuldige, vaststelling, maar met een kritische blik zie je de uitsluitende werking van een dergelijke opmerking. Van de Putte neemt ons mee in Tour d’Amour een interactieve theatervoorstelling die uitnodigt om te delen, kennis op te doen en te reflecteren. Juist als iemand ouder wordt en kwetsbaarder, is een veilige, accepterende omgeving essentieel. Het artikel toont dat met kleine stapjes een groot verschil gemaakt kan worden. Voor LGBTIQAP+ ouderen kan zo’n voorstelling herkenning en erkenning geven: ik mag er ook zijn.

Zeker in een zorginstelling waar mensen te maken krijgen met toenemende kwetsbaarheid is jezelf kunnen zijn essentieel. Het derde thema artikel van Kluit maakt duidelijk hoe ogenschijnlijk kleine dingen dan een belangrijk verschil kunnen maken. Vraag je naar partners of vraag je aan een vrouw of zij een man heeft? Is er aandacht voor seksuele en genderdiversiteit in activiteiten? Open vragen stellen, een neutrale woordkeuze en een openheid voor diverse levenslopen kunnen helpend zijn. Dan gaat het eigenlijk om het loslaten van de vaak onbewuste meerderheidsnorm waarin hetero-zijn het uitgangspunt.

Deze thema artikelen laten zien dat er nog werk aan de winkel is om dat vooruitstrevende imago waar te maken. De artikelen laten ook zien dat het veelal niet gaat om grootse dingen maar juist ook om kleine dingen, en dat begint bij ons allemaal.

Naast deze bijdragen biedt deze Gerōn nog een heel aantal inzichtelijke artikelen binnen de domeinen Wonen, Mobiliteit & Technologie, Participatie & Ontwikkeling, Gezondheid & Zorg en Arbeid & Inkomen. Ook zijn er weer de gebruikelijke rubrieken, zoals de column van Lineke Verkooijen, een boekbespreking en een gedicht.