Inmiddels geeft ook de nationale overheid steeds meer prioriteit aan het beter voorbereid zijn op een samenleving met veel ouderen. Dit is een opgave voor veel partijen. Het voorkomen en bestrijden van eenzaamheid, zorgen dat mensen langer thuis kunnen wonen en het verbeteren van de verpleeghuiszorg staan in verbinding met elkaar. Het betreft vaak dezelfde ouderen, zorgmedewerkers of maatschappelijke partners. Het is daarom belangrijk dat deze opgaven gezamenlijk opgepakt worden. Door samen één koers in te zetten kunnen partijen elkaar versterken.
Programma Langer thuis
In Rotterdam wonen ruim 95.000 mensen van 65 jaar of ouder. In Nederland heeft 15% van alle mensen een beperking (van wie globaal de helft 65 jaar of jonger is). De Langer Thuis doelgroep bestaat daarmee in Rotterdam uit 140.000 personen. Het aantal ouderen gaat de komende jaren nog fors toenemen. Over 20 jaar is bijna 1 op de 5 Rotterdammers ouder dan 65 jaar (18%), bijna 1 op de 10 zelfs ouder dan 75 jaar (9%). Omdat zelfstandig wonen niet altijd vanzelf goed gaat is in 2014 door het college van B & W in de gemeente Rotterdam gevraagd om vorm te geven aan een programma “Langer Thuis”, met als doel zelfstandig blijven wonen voor ouderen en mensen met een beperking in Rotterdam gemakkelijker te maken. Dit programma is opgebouwd rond de vier basisbehoeften die nodig zijn om lang zelfstandig te kunnen blijven wonen. Dit zijn een geschikte woning, het hebben van een vitaal netwerk, een toegankelijke wijk en de beschikbaarheid van toegankelijke informatie.
Een geschikte woning
In de afgelopen collegeperiode is met corporaties en ouderenbonden toegewerkt naar een gedeeld beeld van de woningmarkt voor ouderen: de toename van het aantal ouderen, verhuisbelemmeringen en de omvang van de geschikte woningvoorraad. Direct gericht op Rotterdammers is veel geïnvesteerd in de bekendheid van thuistechnologie, veiligheid en eenvoudige woningaanpassingen. In de stad is een mooi aantal nieuwe vormen van wonen voor ouderen ontstaan, zoals de Zorgbutler in Ommoord, het Ben Oude Nijhuis in Overschie en het Stadsklooster in Charlois.
Een vitaal netwerk
Een vitaal netwerk is van doorslaggevend belang om langer zelfstandig te wonen. Samen met het programma Voor Mekaar, dat inzet op het tegenaan van sociaal isolement, is op dat gebied veel bereikt in Rotterdam. Medewerkers van Wijkteams en Vraagwijzers zijn in de afgelopen jaren getraind in ‘mantelzorg: de rol van de mantelzorger en het herkennen van mogelijke overbelasting. Alle 75+-ers hebben afgelopen periode een huisbezoek aangeboden gekregen en ook in deze bezoeken was mantelzorg onderwerp van gesprek. Stedelijk is in de afgelopen jaren een aantal voorzieningen speciaal op mantelzorgers gericht: een gereduceerd parkeertarief, vouchers voor huishoudelijke hulp en een urgentie voor mantelzorgers die dichter bij de verzorgde gaan wonen of vice versa. Een groot succes is de Rotterdampas met OV-tegoed waarmee mantelzorgers gratis of met korting een activiteit kunnen ondernemen of korting krijgen op bepaalde producten. Vraagwijzer, wijkteams en welzijn wijzen mantelzorgers op deze voorzieningen. In het communicatiemateriaal van de gemeente (website, facebook, brochures, flyers) wordt ook ingezet op de mogelijkheid om voor een gemeentelijke waardering voor mantelzorgers in aanmerking te komen en op het bestaan van mantelzorgondersteuning. Dit communicatiebeleid richt zich op alle mantelzorgers die de stad kent. De ondersteuning blijft een belangrijk aandachtspunt en er wordt gestreefd naar het beter onder de aandacht brengen van de mogelijkheden voor mantelzorgers.
Toegankelijke wijk
Rotterdam doet het goed qua toegankelijkheid. In de Europese competitie tussen 43 steden werd in 2016 de 2e prijs gewonnen. Onder meer de wijze waarop oplossingen voor mensen met een beperking structureel verankerd zijn in beleid werd geroemd, maar ook de concrete voorbeelden zoals de toegankelijke sportvoorzieningen. De standaardregels die gehanteerd worden bij de aanleg van nieuwe buitenruimte voldoen voor ouderen en mensen met een beperking. Wel is het een goed idee om in sommige gebieden waar veel ouderen (komen te) wonen extra maatregelen te nemen, zoals een afrit over de volledige breedte van een zebrapad.De wijk is voor veel ouderen de plek waar ze zich thuis voelen, de boodschappen doen, de huisarts hebben en de bankjes kennen. In Rotterdam is het aanbod van ondersteuning in de wijk in de afgelopen periode aangevuld met 48 huizen van de wijk waar de programmering steeds meer gericht wordt op ouderen. Om te zorgen voor een sluitend wijknetwerk is stedelijk structureel overleg tussen woningcorporaties en wijkteams opgezet. Met het organiseren van de prijsvraag Who Cares (zie ook Geron 1, 2018) is met het atelier Rijksbouwmeester onderzocht of onze woonwijken ook op lange termijn geschikt zijn voor de groeiende groep mensen die lang zelfstandig blijft wonen.
Heldere informatie
In de afgelopen periode is veel aandacht besteed aan goede algemene voorlichting. Naast praktische informatie is ingezet op bewustwording: Rotterdammers bijtijds aan het denken zetten over de wijze waarop zij oud willen worden, waar en met wie. De herintroductie van de papieren gebiedsgids komt voort uit de gesprekken in de gebieden. Met de introductie van zes portretten van de Langer Thuis doelgroepen, zogenaamde persona’s, is de basis gelegd voor een effectievere communicatie met ouderen. Deze portretten zijn enthousiast ontvangen door de partijen die in het programma Langer Thuis samenwerken.
Langer thuis arrangement
Het programma is daarnaast ook in 14 gebieden uitgewerkt in een zogenaamd “Langer Thuis Arrangement”. Dit is een set praktische maatregelen die het zelfstandig wonen makkelijker maakt in het gebied. De maatregelen sluiten aan bij de specifieke behoeften en worden uitgevoerd door partijen die daar actief zijn. Tot en met het 12e arrangement is met ongeveer 280 bewoners gesproken en zijn ruim 80 partijen betrokken bij de uitvoering van maatregelen. Er zijn 62 unieke maatregelen ontwikkeld welke inmiddels in uitvoering zijn en getrokken worden door ruim 40 verschillende partijen in de stad.
Een deel van de maatregelen is generiek en legt een behoefte bloot die in grote delen van de stad voorkomt. Voorbeelden zijn: hulp bij verhuizing naar een andere woning, bekendheid met activiteitenaanbod, diensten of producten, een grote behoefte aan informatie op papier en face-to-face, maatregelen gericht op signalering en ondersteuning (eenzaamheid, dementie, minder zelfredzaam), de stalling van scootmobiels en de toegankelijkheid van de buitenruimte. Deze diversiteit aan maatregelen helpt bij het formuleren van een stads-brede aanpak op deze thema’s.
De aanleiding voor het samenstellen van Langer Thuis Arrangementen was dat de verschillen per gebied groot zijn: qua vergrijzing, woningvoorraad,voorzieningenaanbod en het netwerk van partijen dat er actief is. Om meer inzicht te krijgen in die verschillen is een kaartanalyse gemaakt die onder andere laat zien waar veel ouderen wonen in de stad, de verwachte groei van het aantal oudere huishoudens per gebied, waar de meest geschikte woningvoorraad zich bevindt en het winkel- en activiteitenaanbod. Op die manier kun je in Rotterdam in verschillende gebieden oud worden, wat ook recht doet aan de verschillende leefstijlen van ouderen.
In de afgelopen jaren hebben partijen ieder voor zich en met elkaar een goed begin gemaakt met Langer Thuis. Het besef dat er steeds meer ouderen komen en dat de meesten graag zelfstandig blijven wonen is bij de meeste partijen bekend. Met het programma zijn belangrijke stappen gezet: woningcorporaties, thuiszorgorganisaties, welzijnspartijen, ouderenbonden en de gemeentelijke organisatie zijn beter voorbereid op de groeiende groep ouderen die lang zelfstandig wil blijven wonen. Het onderlinge netwerk is versterkt en er is gezamenlijk veel beter zicht op de grote groep ouderen, mensen met een beperking en hun onderlinge verschillen. De stad is daarmee veel beter voorbereid op Langer Thuis dan bij de start van het programma in 2015.
Slow City
Ook in de volgende collegeperiode staan ouderen hoog op de politieke agenda. Met de term Slow City verwijzen we naar het toenemend aantal ouderen in Rotterdam en agenderen we deze ontwikkeling ook voor de toekomst. Welke invloed heeft de dubbele vergrijzing op de langere termijn op de stad? In de zomer van 2017 organiseerde het programmateam Langer Thuisateliers over deze vraag. Aan de ateliers namen stedenbouwkundigen deel, wijkverpleegkundigen, zingevers, huisvesters, bewoners en andere deskundigen. Dat heeft geleid tot een toekomstagenda met vijf punten waarop extra inzet nodig is:
- Lang zullen we leven: het besef dat je na je 65ste nog een lange tijd van leven hebt;
- Meer samen wonen: de behoefte aan meer en verschillende woningen voor ouderen;
- Dat je in Rotterdam in verschillende delen van de stad oud kan worden; onderscheid maken tussen deze delen van de stad;
- De wijk als maat(je): de wijk is de maat voor professionals, in de wijk voel je je thuis;
- En ten slotte: de stad is de broedplaats voor innovatie van (werk in de) zorg: Rotterdam als ondernemende stad.
Deze vijf punten zijn bedoeld als referentiekader voor iedereen die mee wil denken over het toenemend aantal ouderen in Rotterdam. Wat brengt het de stad, waar is extra inzet nodig? Het is een uitnodiging aan partners in de stad Rotterdam om mee te werken aan deze mooie opgave, ook voor de komende jaren.
Meer informatie is te vinden op www.rotterdam.nl/wonen-leven/langer-thuis/.