Tot nog toe lachte de geschiedenis ons babyboomers toe, maar nu lijkt zij zich tegen ons te keren. Wie in het eerste decennium na de Tweede Wereldoorlog is geboren – ikzelf ben een late boomer van 1955 – kon rekenen op vrede en groeiende welvaart in de jaren vijftig, hoger onderwijs (ook voor vrouwen) in de jaren zestig, riante salarissen in de kennis- en diensteneconomie, goedkope huizen in de jaren zeventig en tachtig, en ten slotte de macht in de jaren negentig. En ja, we hadden het heel krap in onze jeugd en we zijn niet allemaal met een gouden lepel in de mond geboren.
Toch ging het de babyboomgeneratie doorgaans voor de wind. Nu we vergrijzen zitten we er warmpjes bij dankzij het gas van Groningen. Starters kunnen geen woonruimte vinden omdat wij in te grote huizen wonen. Daar liggen nu allemaal zonnepanelen op die wij met onze riante pensioenen wél kunnen betalen. Is het zo vreemd dat we in de coronacrisis ‘dor hout’ werden dat nodig gekapt moet worden? We hebben eerst koelkasten, terrasverwarmers en vliegreizen geconsumeerd, en nu consumeren we ook nog massaal de schaarse zorg.
Hoe daarop te reageren? In de verdediging schieten en van je afbijten? Beweren dat het hele generatie-denken sociologische onzin is omdat behoren bij een geboortecohort nu eenmaal niets zegt over leefstijl? Dat jij ooit een arbeiderskind was en nu koud doucht? Je zet zo toch generaties tegen elkaar op, die elkaar hard nodig hebben?
De verantwoordelijkheid voor het huidige klimaatprobleem ligt niet bij de babyboomers, vindt ook Werner Schouten (24) van de Impact Economy Foundation. Hij verwijt vooral de verantwoordelijk politici binnen die generatie ‘een slappe houding’ ten opzichte van het klimaat.
Allemaal waar. Toch denk ik dat dertigers en veertigers een punt hebben met hun anti-boomer sentiment “Ik geloof niet dat de babyboomers moedwillig de aarde hebben geplunderd”, zegt Maarten Labots, voorzitter van de Duurzame Jonge 100. “Maar het is wel duidelijk dat ze een lening op de toekomst hebben genomen die onze generatie moet afbetalen. Dat heeft iets onrechtvaardigs.”
Laten we de hand in eigen boezem steken. Nee, de babyboomer is geen geboren egoïst. Maar de kern van het verwijt zou kunnen zijn dat onze generatie moeite heeft om een generatie te zijn: een schakel te zijn tussen de voorgaande en de volgende. “Het is de generatie die het verschil had kunnen maken”, zegt de millenial Schouten terecht over ons. Het rapport van de Club van Rome dateert uit 1972…
Roman Krznaric, auteur van De Goede Voorouder, stelt ons het Zevende Generatie-principe van inheemse Amerikanen ten voorbeeld: elke cruciale beslissing die wij nemen moet ten goede komen aan zevende generatie na ons. “Ben jij, pappa, een goede voorouder geweest?” In een tv-portret van Krznanic stelt één van zijn kinderen hem zelf op de man af de vraag. “Oh nee”, roept hij uit, “we waren de grootste CO2 criminelen in de geschiedenis!”
Gelukkig leven generaties tegenwoordig langer dan ooit tevoren. Ook grijze koppen krijgen nog de kans om groen te gaan denken en doen.