Lees verder
Relaties met partner, familie en vrienden zijn de belangrijkste bron van zingeving voor ouderen. De behoefte aan diepgaande emotionele contacten is vooral van belang bij het omgaan met existentiële vragen en het opmaken van de balans van het leven. Mensen die geen betekenisvolle relaties meer hebben, verliezen ook het vermogen om het leven zinvol te maken.

Het belang van zingeving

Psychiater en Holocaust-overlever Viktor Frankl stelde in 1946 – kort na de Tweede Wereldoorlog – dat het streven naar zin de belangrijkste motivator is voor het menselijk functioneren (Frankl, 1946). Inmiddels wordt het belang van zingeving breed erkend, zowel in de psychologie als in de gerontologie, en is een groot aantal studies naar zingeving beschikbaar (bv. Marcoen, 2006; Obbema, 2019. Deze studies hanteren uiteenlopende definities van zingeving waarin verschillende aspecten de nadruk krijgen. Op basis van een groot aantal empirische onderzoeken formuleerde de Amerikaanse sociaal psycholoog Roy Baumeister vier behoeften die richting geven aan het menselijke streven naar zingeving: de behoefte aan een doel, waarden, controle en eigenwaarde.

Het hebben van een doel geeft richting aan iemands leven. Het doel kan gericht zijn op een gewenste situatie, of op een innerlijke vervulling, zoals liefde of geluk. Waarden vormen de grondslag voor het handelen. Ze bieden een rechtvaardiging voor iemands leefwijze, en zorgen ervoor dat spijt, angst en dergelijke beperkt blijven. Controle verwijst naar de behoefte om invloed en grip te hebben op situaties en omstandigheden in het leven. Als mensen controle hebben, kunnen ze hun doelen verwezenlijken, op basis van de waarden die ze belangrijk vinden. Tot slot is een basis voor eigenwaarde en zelfrespect nodig waardoor mensen zichzelf kunnen zien als een waardevol persoon. Mensen ontlenen eigenwaarde aan individuele doelen die ze realiseren, of door deelname aan een sociale groep die ze als waardevol ervaren. Wanneer al deze behoeften zijn voldaan, hebben mensen het gevoel dat hun leven zinvol is. Ze ervaren onvoldoende zin als één of meerdere zingevingsbehoeften niet zijn bevredigd (Baumeister, 1991).

Hoewel zingeving persoonlijk en individueel is, wordt de invulling van de vier zingevingsbehoeften sterk beïnvloed door de sociale context of gemeenschap waarin mensen hun leven leiden. Zo hebben waarden die in de samenleving centraal staan — bijvoorbeeld de verwachting dat burgers zichzelf ontplooien, autonoom zijn en hun eigen leven inrichten, of dat ze productief zijn en een economische bijdrage leveren — invloed op de individuele doelen die mensen zichzelf stellen.

In de literatuur wordt een zinvol leven nadrukkelijk onderscheiden van een gelukkig leven. Iemand die niet gelukkig is, kan het leven toch als zinvol ervaren. De eerder genoemde Viktor Frankl is hier een goed voorbeeld van. Bij een gelukkig leven gaat het vooral om een positieve ervaring in het hier en nu. De ervaring van zinvolheid betekent dat je de dingen kan doen die uitdrukken wie je bent. Dit impliceert een integratie van verleden, heden en toekomst. Het gevoel van coherentie en stabiliteit geeft het leven betekenis (Baumeister e.a., 2013).

De ervaring een zinvol leven te hebben, werkt positief uit voor de gezondheid. Er zijn zelfs studies die aantonen dat mensen met een sterker gevoel van zingeving gemiddeld langer leven (bijvoorbeeld Krause, 2009). Zingeving is daarom een belangrijke dimensie in de definitie van positieve gezondheid die ten grondslag ligt aan het Nederlandse gezondheidsbeleid.

Sociale relaties als belangrijkste zingevingsbron voor ouderen

Mensen kunnen zingeving ontlenen aan verschillende bronnen, zoals liefde, familie, werk, religie, spiritualiteit, de natuur, gezondheid, zelfontplooiing en persoonlijke groei. Hoewel het belang van deze bronnen varieert met leeftijd en cultuur, laat een groot aantal onderzoeken zien dat sociale relaties de belangrijkste zingevingsbron zijn voor ouderen, ongeacht de cultuur waarin ze leven. Dit geldt met name voor positief ervaren familierelaties, romantische relaties en vriendschapsrelaties (Hupkens e.a., 2018).

Volgens de Amerikaanse psycholoog Robert Weiss komt dit doordat persoonlijke, affectieve relaties in fundamentele bestaansbehoeften (‘social needs’) voorzien. Deze behoeften zijn hechting, het gevoel van veiligheid, nabijheid en comfort dat anderen bieden; sociale integratie, het gevoel erbij te horen in een groep gelijkgestemde individuen; de ontwikkeling van zelfvertrouwen en zelfrespect door de waardering van anderen; mogelijkheden om gekoesterd en verzorgd te worden; het gevoel van verwantschap/bondgenootschap met anderen die bereid zijn tot wederzijdse hulp en steun; en de mogelijkheid om begeleiding, adviezen en informatie te krijgen bij het omgaan met stressvolle gebeurtenissen (Weiss, 1974).

Behalve aan persoonlijke relaties met een partner, familie en vrienden, kunnen mensen ook zin ontlenen aan verbondenheid met een transcendente of kosmische realiteit die een gevoel van nabijheid of gemeenschap biedt (Kruse & Schmitt, 2019). Ook wanneer mensen het gevoel hebben erbij te horen, en zich gezien en gewaardeerd voelen in de samenleving, draagt dat bij aan hun gevoel van zinvolheid.

Zingeving in het latere leven: het opmaken van de balans

De behoefte om het leven als zinvol te ervaren, is evident in alle levensfasen, maar bij het ouder worden doet zich een verschuiving voor in de vier eerder genoemde zingevingsbehoeften.

Om te beginnen zien we een verandering in de aard van de doelen die ouderen zichzelf stellen. Volgens de ontwikkelingspsycholoog Erik Erikson (1985) zijn de doelen die mensen op latere leeftijd stellen vooral gericht op generativiteit en ego-integriteit. Generativiteit kan onder meer tot uitdrukking komen in zorg voor kinderen en kleinkinderen, of voor volgende generaties in meer algemene zin. Het verlangen naar ego-integriteit leidt tot reflectie op het leven en op de persoon die iemand is. Ouderen willen ervaren dat hun leven de moeite waard is geweest en streven naar innerlijke vrede en een positief beeld over het geleefde leven.

Dit laatste hangt samen met de waarden die ten grondslag liggen aan het leven, de tweede dimensie van zingeving. Ouderen ervaren dat hun leven zinvol is als ze er tevreden op kunnen terugkijken, als ze het gevoel hebben dat de keuzes die ze hebben gemaakt en de paden die ze hebben bewandeld een bepaalde samenhang vertonen. Het delen van levensherinneringen en eigen interpretaties is belangrijk bij het opmaken van de balans.

In een levensfase waarin mensen meer geconfronteerd worden met ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals het verlies van dierbaren, gezondheidsproblemen, of een toenemende afhankelijkheid, is een gevoel van controle onmisbaar. Om het leven als zinvol te blijven ervaren, is het belangrijk voor ouderen om zelf de regie te houden, ondanks verliezen en beperkingen waarover ze vaak geen controle hebben. Door het belang van moeilijk bereikbare doelen te relativeren en te focussen op doelen die beter te realiseren zijn, kan opnieuw een gevoel van controle en regie ontstaan (Derkx e.a., 2019). Controle ontstaat ook wanneer mensen de situatie waarin ze verkeren kunnen accepteren en er betekenis aan kunnen geven.

De laatste zingevingsbehoefte in de opvatting van Baumeister is het behoud van zelfrespect en eigenwaarde, een positief gevoel dat ontstaat als iemand in staat is beoogde doelen te realiseren en te leven op een manier die voldoening geeft. Het gevoel van waardering door anderen, zowel in de persoonlijke levenssfeer als in de bredere gemeenschap, draagt hier in belangrijke mate aan bij. Juist in een levensfase waarin mensen meer te maken krijgen met ingrijpende gebeurtenissen, zijn zelfvertrouwen en zelfrespect belangrijk voor het vinden van een nieuw evenwicht.

De verschuiving in zingevingsbehoeften heeft gevolgen voor de sociale behoeften van ouderen. Ze worden selectiever in hun contacten en geven de voorkeur aan relaties met een hoge emotionele kwaliteit boven oppervlakkige contacten (Carstensen, 1995). Betekenisvolle relaties met familie en vrienden bieden ondersteuning waardoor mensen nieuwe situaties beter kunnen accepteren, zich aan kunnen passen aan de omstandigheden en ingrijpende levensgebeurtenissen als begrijpelijk, beheersbaar en betekenisvol kunnen zien. Ze zijn ook belangrijk bij het opmaken van de balans en het delen van het levensverhaal (Johnson, 2016). Reflecteren op het verleden roept herinneringen op aan aangename gebeurtenissen, maar ook aan dingen die pijnlijk of problematisch zijn geweest, gevoelens van schuld en verantwoordelijkheid ten opzichte van anderen, emotionele pijn, of boosheid. Vertrouwde relaties kunnen de sleutel zijn om in het reine te komen met vroegere situaties en met keuzes die in het verleden zijn gemaakt. Ze kunnen helpen om niet afgemaakte of onverwerkte gebeurtenissen alsnog af te ronden, of zaken uit het verleden recht te zetten, bijvoorbeeld door zich te verontschuldigen bij bepaalde personen, of door vergeving te zoeken. Dit vraagt relaties waarin mensen zich veilig voelen en hun kwetsbaarheid en betrokkenheid kunnen tonen. Het gevoel de moeite waard te zijn voor anderen, de ervaring van liefde, vertrouwdheid, gehechtheid en wederzijdse steun zorgen ervoor dat mensen hun eigenwaarde behouden ondanks de gebeurtenissen waarmee ze geconfronteerd worden.

Existentiële eenzaamheid en zingeving

In een levensfase waarin mensen meer te maken krijgen met existentiële kwetsbaarheid en levensvragen, zijn relaties die liefde, vriendschap en zorg impliceren, onontbeerlijk. Vertrouwde, betrokken en ondersteunende relaties voorzien niet alleen in de behoefte aan verbondenheid, maar zijn ook noodzakelijk om het leven als zinvol te ervaren. Ze helpen mensen bij het vinden van een betekenis of een doel, het opnieuw krijgen van controle, en bevestiging van hun eigenwaarde.

Terwijl de behoefte aan betekenisvolle relaties toeneemt, zien de meeste ouderen hun sociale netwerk juist krimpen. Personen uit het netwerk vallen weg en nieuwe relaties voldoen niet altijd aan de behoefte aan emotionele diepgang. Het onderhouden van bestaande contacten wordt moeilijker als mensen elkaar niet meer kunnen bezoeken vanwege problemen met de gezondheid of de mobiliteit. Bestaande relaties kunnen ook van karakter veranderen; als iemand bijvoorbeeld afhankelijk wordt van de zorg van een partner of kinderen is het lastiger om gelijkwaardigheid en wederkerigheid in een relatie te behouden. Deze veranderingen kunnen gevoelens van eenzaamheid in de hand werken.

Het wegvallen van een breder netwerk met vrienden en kennissen kan leiden tot sociale eenzaamheid, waarbij vooral gezelschap, afleiding en het gevoel ergens bij te horen worden gemist. Het ontbreken van hechte relaties, bijvoorbeeld met een partner of een goede vriend, leidt tot emotionele eenzaamheid, waarbij het gebrek aan intimiteit en emotionele nabijheid het zwaarst wordt gevoeld. Daarnaast kan er sprake zijn van existentiële eenzaamheid, een gevoel dat zich voordoet als het leven dat iemand tot dan toe heeft geleid wordt bedreigd, en men teruggeworpen is op zichzelf; eenzaamheid die gepaard gaat met gevoelens van leegte, droefheid en angst (Bolmsjö e.a., 2019). Existentiële eenzaamheid impliceert per definitie een verlies van zingeving (Van Tilburg, 2020). Wanneer mensen geen betekenisvolle relaties hebben, verliezen ze ook het vermogen om hun leven zinvol te maken. Volgens de humanistische psycholoog Carl Rogers betekent een gebrek aan empathische luisteraars dat mensen een beetje ‘sterven’, mentaal of spiritueel (Rogers, 1967).

Dit besef legt een verantwoordelijkheid bij hulpverleners in zorg en welzijn en bij de samenleving in bredere zin (Machielse & Hortulanus, 2011). Als ouderen hun netwerk kwijtraken, en het niet meer redden met personen uit hun directe omgeving, is een goede relatie met professionals, vrijwilligers en medeburgers van groot belang. Aandacht voor het geleefde leven en voor de levensvragen waarmee ouderen worden geconfronteerd, zorgen ervoor dat ze zich gezien en gekend weten en hun leven als zinvol blijven ervaren.

Literatuurlijst

  1. Baumeister, R.F. (1991). Meanings of Life. New York: Guilford Press.
  2. Baumeister, R.F., Vohs, K.D., Aaker, J.L., & Garbinsky, E.N. (2013). Some key differences between a happy life and a meaningful life. The journal of positive psychology 8(6), 505-16.
  3. Bolmsjö, I., Tengland, P.A., & Rämgård, M. (2019). Existential loneliness: An attempt at an analysis of the concept and the phenomenon. Nursing Ethics 26(5), 1310-25.
  4. Carstensen, L.R (1995). Evidence for a life-span theory of socioemotional selectivity. Current Directions in Psychological Science 4(5), 151-6.
  5. Derkx, P., Bos, P., Laceulle, H., & Machielse, A. (2019). Meaning in life and the experience of older people. International Journal of Ageing and Later Life 14(1), 37-66.
  6. Erikson, E.H. (1985 [1982]). The Life Cycle Completed: A Review. New York: W.W. Norton.
  7. Frankl, V.E. (2020 [1946]). De zin van het bestaan. Rotterdam: Ad. Donker.
  8. Hupkens, S., Machielse, A., Goumans, M., & Derkx, P. (2018). Meaning in life of older persons: An integrative literature review. Nursing Ethics 25(8), 973-91.
  9. Johnson, M. (2016). Spirituality, biographical review and biographical pain at the end of life in old age. In: Johnson, M., & J. Walker (eds.). Spiritual Dimensions of Ageing (pp. 198-214). Cambridge, UK: Cambridge University Press.
  10. Krause, N. (2009). Meaning in life and mortality. Journals of Gerontology Series B: Psychological Sciences and Social Sciences 64(4), 517-57.
  11. Kruse, A., & Schmitt, E. (2018). Spirituality and transcendence. In: The Cambridge Handbook of Successful Aging (pp. 426-454). Cambridge University Press.
  12. Machielse, A. & Hortulanus, R. (2011). Sociaal isolement bij ouderen. Amsterdam: SWP.
  13. Marcoen, A. (2006). Zingeving en levensvervulling. In: Marcoen, A, Grommen, R. & Van Ranst, N.  (red.), Als de schaduwen langer worden (pp. 379-403). Leuven: Lannoo.
  14. Obbema, F. (2019). De zin van het leven: Gesprekken over de essentie van ons bestaan. Amsterdam: Atlas Contact.
  15. Rogers, C.R. (1967). On becoming a person: A therapist’s view of psychotherapy. London: Constable.
  16. Tilburg, T. van (2020). Social, emotional and existential loneliness: A test of the multidimensional concept. The Gerontologist, Advance Access publication June 30. https://doi.org/10.1093/geront/gnaa082.
  17. Weiss, R.S. (1974). Loneliness: The provision of social relationships. In: Z. Rubin (ed.), Doing unto others, pp. 17-36. Englewood Cliffs: Prentice-Hall.