Van kennis naar kunde
Wetenschappelijk onderzoek richt zich op thema’s die essentieel zijn om de verpleeghuiszorg te ondersteunen. Helaas bereikt de gegenereerde kennis niet altijd zorgmedewerkers en studenten. Dit is een gemiste kans, aangezien zorgonderwijs cruciaal is voor de verspreiding van kennis naar zowel huidige als toekomstige zorgprofessionals. Het is daarom van belang dat het onderwijs aansluit op zowel de praktische behoeften als de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Co-design, een aanpak waarbij zorgprofessionals, docenten, studenten van diverse zorgopleidingen en wetenschappers samenwerken, blijkt hierbij effectief. Deze methode zorgt ervoor dat het ontwikkelde lesmateriaal tegemoetkomt aan de behoeften van zowel het onderwijs als de zorgpraktijk. Met dit doel voor ogen gebruikte een team van verpleegkundigen, verzorgenden en mbo- en hbo-docenten de wetenschappelijk onderbouwde interventie ‘Het verhaal als kwaliteitsinstrument’ (Scheffelaar et al., 2021) om samen de lesmodule ‘Vertel eens! Leren van verhalen’ te ontwikkelen.
De lesmodule beoogt studenten te leren hoe zij door aandachtig naar bewoners te luisteren, kunnen werken aan de kwaliteit van zorg. Luisteren lijkt eenvoudig en is iets dat we allemaal kunnen, maar in de dagelijkse hectiek is het een uitdaging om dit ook echt toe te passen. Daarom is het voor veel studenten waardevol om zich in deze vaardigheden te scholen.
Hoe en wat studenten leren
Studenten leren het beste in de praktijk, waar ze met werkbegeleiders, zorgprofessionals, bewoners en hun naasten tijdens stages vaardigheden kunnen uitproberen. De lesmodule ‘Vertel eens! Leren van verhalen!’ heeft een stageperiode als uitgangspunt, die afgewisseld wordt met klassikale lessen. De lesmodule is opgebouwd uit zes lessen van ongeveer anderhalf uur. Tijdens de stage voeren studenten een gesprek met een bewoner. Om een indruk te krijgen wat de studenten leren, hoe de studenten oefenen en welke opdrachten zij uitvoeren volgt hier de lesopbouw.
1 In de eerste les richten de studenten zich op kwaliteit van zorg vanuit het perspectief van bewoners. Studenten gaan op hun stageplek in de verpleeghuiszorg uitzoeken hoe hun zorgorganisatie dat doet. Ze interviewen bijvoorbeeld een kwaliteitsverpleegkundige of beleidsmedewerker om hier achter te komen.
2 In een volgende les leren studenten over verhalend onderzoek als methode om de kwaliteit van zorg te beoordelen. Deze les behandelt hoe verhalen verzameld worden. Studenten worden aangemoedigd om via hun werkbegeleider een bewoner van een andere afdeling te benaderen dan waar zij hun stage lopen. Dit om te waarborgen dat de bewoner niet afhankelijk is van de zorg van de student, wat volgens onderzoek kan leiden tot terughoudendheid in het vrijuit spreken. Verder wordt in deze les aandacht besteed aan relevante wetgeving en privacy kwesties.
3 Vervolgens oefenen studenten met elkaar het afnemen van een open interview, waarbij de interviewer actief luistert zonder het verhaal van de bewoner te sturen. Ze onderbreken de geïnterviewde zo min mogelijk en moedigen verder vertellen aan door oogcontact, bemoedigende opmerkingen en vragen naar voorbeelden of uitleg. Verhelderende vragen helpen om zeker te stellen dat het verhaal correct is begrepen, waarbij de interviewer bij voorkeur dezelfde woorden als de geïnterviewde gebruikt. Er worden geen nieuwe thema’s door de interviewer ingebracht, zodat de geïnterviewde vrijuit kan spreken over wat hem of haar bezighoudt. Na deze oefening interviewen de studenten een bewoner. Ze beginnen het gesprek met de uitnodiging: U ontvangt al enige tijd zorg vanuit verpleeghuis X, vertelt u daar eens over! Deze gesprekken worden opgenomen voor latere analyse en duren tussen de 15 en 45 minuten.
4 Studenten analyseren de verzamelde verhalen in een volgende les door ze afhankelijk van hun opleidingsniveau te transcriberen (hbo) of na te luisteren (mbo). Daarna analyseren ze de tekst. Dit analyseren doen ze in tweetallen om te bespreken wat er gezegd en gehoord is, waardoor ze van elkaars interpretaties leren. Het is belangrijk dat studenten regelmatig hun eigen interpretaties controleren. Ze worden door docenten aangemoedigd om tijdens interviews expliciet te vragen of zij bewoner correct begrijpen. Deze controle kunnen ze verder verdiepen door de data samen met een medestudent te analyseren en verschillende interpretaties te overwegen.
5 Ze maken vervolgens een geanonimiseerd portret van een bewoner, een samenvatting van het verhaal in de woorden van de bewoner zelf. Bij de methode ‘Het verhaal als kwaliteitsinstrument’ worden de portretten aan de bewoner voorgelegd met de vraag of ze zich herkennen in het portret, een zogenaamde member-check. De studenten doen dit niet altijd, bijvoorbeeld omdat ze inmiddels de stageplek hebben verlaten of om andere praktische redenen.
6 In de klas lezen studenten elkaars portretten, bespreken terugkerende thema’s en leren van de ervaringen van anderen. Ze evalueren ook of directe actie op basis van deze verhalen nodig, wenselijk of interessant is. Deze activiteit toont aan hoe studenten emotioneel betrokken raken bij de verhalen en benadrukt het belang van effectieve begeleiding door zowel docenten als werkbegeleiders. Ervaringsverhalen onthullen de complexiteit en diversiteit van de perspectieven van de bewoners. Hoewel elke vertelling uniek is, helpen de portretten studenten ook om gemeenschappelijke thema’s en trends te identificeren, wat cruciaal is voor hun professionele ontwikkeling.
7 Afsluitend kijken studenten terug op welke competenties zij hebben ontwikkeld en wat ze hebben geleerd tijdens deze lesmodule. Door actief de verhalen van bewoners op te halen en hierop te reflecteren, krijgen studenten een dieper inzicht in wat voor de bewoners van waarde is en hoe dit hun kwaliteit van leven beïnvloedt. Deze methode stelt bewoners in staat om anoniem hun persoonlijke verhalen te delen, wat volgens onderzoek (Scheffelaar et al., 2021) zeer gewaardeerd wordt.
Men zou kunnen denken dat deze methode een omslachtige manier is om te ontdekken wat bewoners belangrijk vinden. In theorie kan een student altijd direct vragen wat een bewoner nodig heeft. Echter, vanwege de afhankelijkheidsrelatie tussen bewoners en hun directe zorgverleners, is het niet altijd gegarandeerd dat dergelijke vragen tot een eerlijk antwoord leiden. Hoewel de ideale situatie een open en eerlijke relatie is, laten praktijkervaringen zien dat niet alle relaties vrij zijn van mogelijke consequenties voor de kwaliteit van de zorg. In dergelijke gevallen biedt deze methode een waardevol alternatief om de stem van de bewoners op een andere, mogelijk veiligere manier te horen.
Wat leerden de studenten van luisteren naar cliënten?
In een recente praktijktest met zowel mbo- als hbo-studenten die stage liepen in een verpleeghuis (Muller-Schoof et al., 2023), werd deze lesmodule geëvalueerd. Studenten vulden zowel voor als na het volgen van de lesmodule een enquête in en sommigen werden naderhand geïnterviewd, alsook hun docenten. De resultaten toonden aan dat de leerervaringen en -uitkomsten verschilden, afhankelijk van factoren zoals studentmotivatie, bestaande competenties, persoonlijkheidskenmerken zoals openheid voor nieuwe perspectieven, assertiviteit, doorzettingsvermogen, de kwaliteit van uitgevoerde opdrachten en docentenbegeleiding.
Uit de enquêtes bleek dat studenten vooruitgang boekten in het ontwikkelen van competenties zoals het ophalen van verhalen en het begrijpen van de methode. De interviews onthulden dat:
- Studenten inzichten kregen in het effectief luisteren naar cliënten.
- Studenten zich bewust werden van hun eigen houding, onbewuste aannames en in sommige gevallen nieuw gedrag vertoonden.
- Studenten soms zelfs specifieke wensen van bewoners zelf vervulden.
Enkele opvallende inzichten uit het onderzoek:
- Een studente illustreerde haar nieuwe vaardigheid met: “Vroeger hadden we altijd begrijpend lezen. Dan zou ik nu zeggen: begrijpend luisteren.”
- Een docent merkte op dat studenten verbaasd waren over de hoeveelheid informatie die zij konden verkrijgen met deze ‘simpele’ techniek.
- Een student werd zich bewust van haar perspectief op de bewoner en zei: “Dat je een keer de kijk van de cliënt op dingen krijgt, in plaats van andersom.”
- Een andere student leerde van een bewoner dat iemand zich eenzaam kan voelen ondanks wekelijks bezoek van kinderen, een verwachting die de student niet had.
- Feedback van een cliënt over de zorghouding van een student leidde tot een directe aanpassing in benadering: “Een cliënt vertelde dat ze altijd zelf voor iemand heeft gezorgd en dat ze het allemaal heel erg als bemoeien ervaart, wat wij doen. En daardoor ben ik bewoners anders gaan benaderen.”
- Het open interview bracht ook aan het licht dat een cliënt van muziek hield en een drummer was, wat een student inspireerde om drummogelijkheden voor hem te regelen.
Deze module heeft niet alleen de competenties van de studenten versterkt, maar door zorgvuldig en empathisch te luisteren ook direct bijgedragen aan het welzijn van de bewoners.
Investeer tijd in reflectie en gespreksanalyse voor waardevolle inzichten
Tijdens het proces van luisteren en interviewen, ontdekten veel studenten het belang van reflectie. Enkelen vonden het uitdagend om zich te beperken tot het luisteren zonder nieuwe thema’s te introduceren, wat hun luistervaardigheid beïnvloedde. Docenten merkten op dat studenten vaak gewend zijn actief vragen te stellen en het gesprek te sturen, een aanpak die verschilt van simpelweg één vraag stellen en dan afwachten. Deze aanpak leidde bij sommige studenten tot druk, waardoor hun luistervermogen afnam. Anderen ervoeren een vergelijkbare afleiding, alsof ze ‘niet mochten denken aan een roze olifant’.
Bij het terugluisteren van de opnames ontdekten studenten vaak details die ze tijdens het live gesprek gemist hadden door de druk of afleiding. Een student deelde: “Mijn gedachtes schoten echt alle kanten op”, wat de uitdagingen van deze interviewtechniek illustreert. De reacties op open interviewen varieerden aanzienlijk: sommige studenten vonden het makkelijk, terwijl anderen het als uitdagend ervoeren. Dit was deels afhankelijk van hun eerder ontwikkelde competenties en persoonlijke eigenschappen. Vooral mbo-studenten vonden open interviews spannend, mede door hun onzekerheid. Door het open format waren ze bezorgd dat de gesprekken te kort zouden duren. Volgens docenten hielp klassikale oefening om deze onzekerheid te verminderen.
Een andere student realiseerde zich tijdens het transcriberen van een interview hoeveel hij had gemist omdat zijn aandacht tijdens het gesprek afdwaalde. Door de gesprekken te transcriberen of terug te luisteren met een medestudent, ontdekten velen nieuwe nuances en inzichten die tijdens het oorspronkelijke interview niet opvielen. Docenten benadrukten het belang van klassikale reflectie op deze gesprekken en de gespreksanalyses, wat leidde tot nieuwe inzichten. Studenten leerden niet alleen van de verhalen van bewoners, maar ook van de ervaringen van hun medestudenten.
Implicaties voor de praktijk
De ontwikkelde lesmodule biedt aanzienlijke voordelen voor het onderwijs in de ouderenzorg, geschikt voor zowel mbo- als hbo-studenten. Deze module schoolt studenten in het effectief luisteren naar en interpreteren van de wensen en behoeften van bewoners, een essentiële vaardigheid in de ouderenzorg. Door deze vaardigheden kunnen studenten de zorg beter afstemmen op de individuele voorkeuren en behoeften van bewoners. Dit begrijpend luisteren draagt bij aan het realiseren van een inclusieve en effectieve zorgpraktijk, waarin de stem van de bewoner een centrale plaats inneemt. Het resultaat is een zorgverlening die niet alleen meer persoonlijk afgestemd is, maar ook de tevredenheid en kwaliteit van leven van de bewoners verhoogt.
Wil je meer weten over de methode ‘Het verhaal als kwaliteitsinstrument’ of de lesmodule? Kijk dan op de website www.mensgerichteouderenzorg.nl. Met dank aan Miranda Snoeren, Annerieke Stoop en Marjolein Verbiest.